Zonnepanelen en uw Ventilatiesysteem: voorkom installatieproblemen
Bij het plaatsen van zonnepanelen is het essentieel dat monteurs rekening houden met het bestaande ventilatiesysteem in de woning. Helaas zien we regelmatig installaties waarbij kabels van zonnepanelen door ventilatiekanalen zijn getrokken. Dit lijkt op het eerste gezicht een handige oplossing, maar het kan op de lange termijn ernstige gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit en het functioneren van het ventilatiesysteem.
Om deze reden is het belangrijk dat bewoners goed geïnformeerd zijn over de risico’s van dergelijke installatiefouten. Daarnaast kunnen preventieve maatregelen veel ellende en kosten besparen. Het is dus verstandig om vooraf te controleren hoe en waar kabels worden gelegd.
Waarom dit niet mag gebeuren
Het ventilatiesysteem is ontworpen voor een vrije luchtstroom. Wanneer kabels worden doorgevoerd via ventilatiekanalen, ontstaan er knelpunten in deze luchtstroom. Dit leidt tot lagere afzuigcapaciteit, slechtere luchtverversing en uiteindelijk schimmelvorming of vochtproblemen in de woning. Daarnaast is het reinigen van de ventilatiekanalen vrijwel onmogelijk wanneer er kabels in liggen. De monteur kan niet meer bij de binnenkant van het kanaal, waardoor stof en vervuiling zich blijven ophopen.
Ten eerste ontstaan er storingen in de luchtcirculatie. Vervolgens kunnen vervuiling en vocht niet meer effectief worden afgevoerd. Bovendien leidt dit tot hogere onderhoudskosten en een slechter binnenklimaat. Kortom: dit probleem is ingrijpender dan het lijkt.
Wat is de juiste aanpak?
De professionele aanpak is simpel: laat de kabels van zonnepanelen een eigen route volgen, volledig los van het ventilatiesysteem. Monteurs dienen bijvoorbeeld via een loze leiding, de spouwmuur of het dakbeschot te werken. De omvormer mag bovendien niet te dicht bij de ventilatiebox of het WTW-Unit worden geplaatst. Ons advies: houd minstens 50 centimeter afstand tussen de omvormer en het ventilatiesysteem om signaalstoringen te voorkomen.
